Het doel van dit onderzoek is een stand van zaken op te maken over de veiligheidssituatie in Soedan na het uitbreken van de oorlog op 15 april 2023. Het onderzoek werd afgerond op 16 februari 2024.
Dit rapport heeft niet de ambitie om een volledige uiteenzetting te geven van het verloop van het conflict. Een dergelijke uitgebreide uiteenzetting van de verschillende conflictlijnen, ontwikkelingen en gebeurtenissen valt buiten de scope van deze COI Focus.
Op 15 april 2023 breken vijandigheden uit tussen het Soedanese leger en de paramilitaire RSF in Khartoem. De oorlog breidt zich in de daaropvolgende weken uit naar andere delen van het land. Soedan raakt aldus verdeeld in twee invloedzones. Bij het afsluiten van deze COI Focus in februari 2024, na tien maanden van conflict, domineert de RSF het westen van het land, het grootste deel van Khartoem, evenals de staat El Gezira en het noordelijke deel van de staat Witte Nijl. RSF-troepen hebben zich ook gewaagd in rurale delen van de staat Gedaref en de staat River Nile, zonder een noemenswaardige aanwezigheid te bestendigen. Op dezelfde manier heeft de RSF in de staat Sennar enkele invallen langs de grens ondernomen, hoewel ze de stad Sennar bij het afronden van deze COI Focus nog niet hebben aangevallen. De SAF van hun kant controleert de noordelijke helft van Omdurman en verzetshaarden in Khartoem. Ze heeft ook de controle in de oostelijke en noordelijke delen van het land. Hun bolwerken omvatten de staten River Nile, Northern, Gedaref, Kassala en Rode Zee, de zetel van de nieuwe de facto hoofdstad Port Sudan.
De SAF en de RSF staan lijnrecht tegenover elkaar. Maar naarmate de oorlog voortduurt, raken steeds meer actoren betrokken. Beide partijen hebben reeds voor het conflict wijd gerekruteerd, en gaan hier ook tijdens de oorlog mee verder. Groepen in het hele land zijn verwikkeld in een wapenwedloop.
Voor de periode van 15 april 2023 tot en met 15 januari 2024 codeert ACLED 4.239 incidenten in Soedan. Meer dan de helft van deze incidenten betreft gevechten tussen gewapende actoren. Daarnaast categoriseert ACLED iets minder dan een vierde van de incidenten als explosions/remote violence. Bronnen stellen dat de SAF en de RSF beiden op willekeurgie wijze gebruikmaken van zware artillerie en beschietingen, met name in steden en met een zware impact op burgers. De 739 geregistreerde incidenten van violence against civilians verdeelt ACLED onder in 463 attacks, 159 abductions/forced disappearances en 117 incidenten van sexual violence. De werkelijke aantallen aanvallen, ontvoeringen en incidenten van seksueel geweld liggen waarschijnlijk hoger. In Soedan heerst, sinds aanvang van de vijandelijkheden, een parallelle oorlog gedreven door een “met ons of tegen ons”-discours waarbij zowel de SAF als de RSF personen met bepaalde profielen arresteren, vasthouden, martelen, doen verdwijnen of doden. De RSF en gelieerde milities zijn betrokken bij grootschalige plunderingen van eigendommen van burgers.
Voor de onderzoeksperiode noteert ACLED 13.196 dodelijke slachtoffers in Soedan, waaronder zowel burgers als strijders. In januari 2024 herhaalt ACLED dat dit aantal waarschijnlijk een significante onderschatting is van de menselijke tol van het conflict. In El Geneina alleen komen volgens een schatting van het VN-expertenpanel tussen 10.000 en 15.000 burgers om het leven.
Volgens gegevens van het Soedanese federale ministerie van Volksgezondheid zijn er op 8 december 2023 minstens 26.051 mensen gewond geraakt sinds de uitbraak van de oorlog.
Soedan telt een bevolking van zo’n 45 miljoen inwoners. Voor het conflict huisvest Soedan reeds 3 miljoen IDP’s. Doorheen de oorlog komen daar nog 6 miljoen IDP’s bij. Zo’n 1,7 miljoen mensen vluchten naar het buitenland.
Grootschalige plunderingen van publieke en private eigendommen; wijdverbreide schade en vernietiging van kritieke infrastructuur; verstoring van handelsstromen en restricties op bewegingsvrijheid kenmerken het conflict en ontzeggen burgers de toegang tot basisdiensten zoals drinkbaar water, voedsel, onderwijs en gezondheidszorg. Verschillende uitdagingen zoals onveiligheid, plunderingen, bureaucratische belemmeringen, slechte netwerk- en telefoonverbindingen, gebrek aan contant geld en beperkt technisch en humanitair personeel ter plaatse, hinderen de levering van humanitaire hulp in veel delen van het land. Zo’n 18 miljoen mensen (37 % van de bevolking) wordt nu al geconfronteerd met acute honger, en ruim vijf miljoen kampen met een noodniveau van honger in de gebieden die het zwaarst door het conflict zijn getroffen.
Policy
The policy implemented by the Commissioner General is based on a thorough analysis of accurate and up-to-date information on the general situation in the country of origin. This information is collated in a professional manner from various, objective sources, including the EUAA, the UNHCR, relevant international human rights organisations, non-governmental organisations, professional literature and coverage in the media. When determining policy, the Commissioner General does not only examine the COI Focuses written by Cedoca and published on this website, as these deal with just one aspect of the general situation in the country of origin. The fact that a COI Focus could be out-of-date does not mean that the policy that is being implemented by the Commissioner General is no longer up-to-date.
When assessing an application for asylum, the Commissioner General not only considers the actual situation in the country of origin at the moment of decision-making, he also takes into account the individual situation and personal circumstances of the applicant for international protection. Every asylum application is examined individually. An applicant must comprehensively demonstrate that he has a well-founded fear of persecution or that there is a clear personal risk of serious harm. He cannot, therefore, simply refer back to the general conditions in his country, but must also present concrete, credible and personal facts.
There is no policy paper for this country available on the website.