Deze COI Focus bespreekt de actuele veiligheidssituatie in Jemen. Verschillende crisissen, die zich afspelen in een verschillende geografische context maar elkaar wel onderling beïnvloeden, hebben een impact op deze veiligheidssituatie. Deze COI Focus is een update van de COI Focus Jemen. Veiligheidssituatie van 28 november 2022. De onderzoeksperiode loopt tot 6 november 2023.
In september 2014 namen de al-Houthi’s in Sanaa de macht over en verdreven ze de toenmalige president Hadi, die eerst naar Aden en vervolgens naar Saoedi-Arabië vluchtte. De al-Houthi’s breidden ondertussen het door hun gecontroleerde gebied uit.
Op 25 maart 2015 startte een militaire coalitie geleid door Saoedi-Arabië een campagne van luchtbombardementen in Jemen om de al-Houthi’s klein te krijgen. Samen met de VAE, die voornamelijk grondtroepen voor de coalitie leverden, slaagde deze erin om de al-Houthi’s weg te dringen uit het zuiden van Jemen. In het noordwesten hielden de al-Houthi’s evenwel stand.
De VAE richtten vanaf 2015 verschillende gewapende groeperingen op die ze anno 2023 nog steeds ondersteunen en kunnen gebruiken om onrechtstreeks hun belangen veilig te stellen. Daarnaast behouden de VAE een beperkte eigen militaire aanwezigheid in Jemen.
In Aden ontstond er in 2017 de STC als nieuwe vaandeldrager van de Zuidelijke Beweging. De STC nam in augustus 2019 de macht over in Aden en creëerde zo een open conflict met de Jemenitische regering. Na een mislukte vredesovereenkomst riep de STC in april 2020 zelfbestuur uit waarna de gewapende confrontaties opnieuw toenamen. In augustus 2022 verovert de STC nog de provincie Shabwah op regeringstrouwe troepen.
Aan de westkust van Jemen slaagde Tareq Saleh erin om vanaf 2018 met steun van de VAE een eigen zone te controleren. In de provincies Hadramawt en Mahra slaagden lokale tribale groepen erin om een eigen autonomie uit te bouwen, los van de regering-Hadi en de STC.
Er vonden verschillende rondes van mislukte vredesgesprekken plaats die gepaard gingen met gedeeltelijke wapenstilstanden. Een laatste vredesovereenkomst ging in op 2 april 2022 en raakte in oktober 2022 niet verlengd. Toch hield er sindsdien een kwetsbare wapenstilstand stand die door alle partijen grotendeels gerespecteerd wordt. Er vinden nog gevechten plaats, maar die zijn zeldzamer en in het algemeen vallen er minder slachtoffers. Saoedi-Arabië voerde sinds april 2022 geen luchtbombardementen meer uit in Jemen.
In april 2022 nam Hadi ontslag ten voordele van de PLC onder leiding van al-Alimi. De PLC viel echter al snel ten prooi aan onderlinge twisten en oogt zwak. Binnen de PLC is er een breuklijn tussen al-Alimi en de STC die manifest een eigen bestuur nastreeft. Militair en politiek is al-Alimi afhankelijk van Saoedi-Arabië terwijl de STC nog steeds de steun van de VAE heeft. De al-Houthi’s zijn er ondertussen in geslaagd om in het westen van Jemen hun eigen gebied onder controle te houden. In Hadramawt zwelt de roep om zelfbestuur ondertussen ook aan.
De gevechten tussen de verschillende strijdende partijen en de bombardementen van de Saoedi-geleide coalitie veroorzaakten al zware schade aan de Jemenitische infrastructuur en economie. De humanitaire situatie is zeer slecht en tal van bronnen bestempelen het als de ergste humanitaire crisis ter wereld. Er is een groep van 4,5 miljoen IDPs in Jemen, al neemt het aantal nieuwe IDP’s af sinds de vredesovereenkomst van april 2022. Bij de gevechten vielen er al een groot aantal burgerslachtoffers. In 2020-2021 bleef hun aantal ongeveer gelijk en in 2022 tekent zich een lichte daling af vanaf de vredesovereenkomst. In de eerste kwartalen van 2023 zet deze daling zich verder door.
Volgens de bronnen maken de verschillende strijdende partijen zich bij de gevechten schuldig aan schendingen van het internationaal humanitair recht. De bombardementen van de Saoedische coalitie zouden een groot aantal burgerslachtoffers gemaakt hebben. De al-Houthi’s maken op hun beurt veelvuldig gebruik van landmijnen. Er zijn meldingen dat de al-Houthi’s, de Jemenitische regering en de STC zich schuldig maken aan arbitraire detenties en verdwijningen.
Policy
The policy implemented by the Commissioner General is based on a thorough analysis of accurate and up-to-date information on the general situation in the country of origin. This information is collated in a professional manner from various, objective sources, including the EUAA, the UNHCR, relevant international human rights organisations, non-governmental organisations, professional literature and coverage in the media. When determining policy, the Commissioner General does not only examine the COI Focuses written by Cedoca and published on this website, as these deal with just one aspect of the general situation in the country of origin. The fact that a COI Focus could be out-of-date does not mean that the policy that is being implemented by the Commissioner General is no longer up-to-date.
When assessing an application for asylum, the Commissioner General not only considers the actual situation in the country of origin at the moment of decision-making, he also takes into account the individual situation and personal circumstances of the applicant for international protection. Every asylum application is examined individually. An applicant must comprehensively demonstrate that he has a well-founded fear of persecution or that there is a clear personal risk of serious harm. He cannot, therefore, simply refer back to the general conditions in his country, but must also present concrete, credible and personal facts.
There is no policy paper for this country available on the website.