Het doel van dit onderzoek is een stand van zaken op te maken over de algemene situatie in Venezuela. Het onderzoek richt zich hierbij op de politieke situatie, de veiligheidssituatie en de socio-economische situatie van het land om een zo breed mogelijke analyse te maken van de huidige stand van zaken. De situatie van specifieke profielen, zoals bijvoorbeeld journalisten of politieke activisten, vormen geen voorwerp van deze analyse. Het onderzoek richt zich in het bijzonder op de periode van 1 juni 2020 tot april 2021. Het onderzoek werd afgesloten op 28 april 2021.
Deze COI Focus schetst vooreerst een beeld van de huidige politieke situatie in Venezuela sinds juni 2020. Venezuela gaat door een politiek-institutionele crisis waarbij het land in 2020 twee presidenten kende, namelijk Nicolás Maduro en zelfverklaard interim-president Juan Guaidó die erkend werd door meer dan 50 landen, waaronder de Verenigde Staten. Ook had Venezuela twee parlementen, de Algemene Vergadering waar de oppositie een meerderheid bezat en de Grondwetgevende Vergadering die volledig bestond uit medestanders van president Maduro. De parlementsverkiezingen van december 2020 maakten een einde aan deze situatie. Het grootste deel van de oppositie boycotte de verkiezingen en de partij van Maduro won met een verpletterende meerderheid. In januari 2021 werd de Grondwetgevende Vergadering ontboden en sindsdien fungeert de Algemene Vergadering als parlement waar de partij van Maduro de meerderheid heeft. De parlementsverkiezingen begin december 2020 versterkten de macht van president Nicolás Maduro over alle takken van de staat.
Bovenop deze politieke-institutionele crisis kwam sinds maart 2020 de coronacrisis. President Maduro riep de noodtoestand uit en legde een lockdown op. De impact van het virus leek in 2020, in termen van het aantal besmettingen en gerapporteerde overlijdens, mee te vallen. Wel werden belangrijke vraagtekens geplaatst bij de betrouwbaarheid van de officiële cijfers. Met de komst van de Braziliaanse variant in maart 2021 is er wel een sterkere stijging vast te stellen van het aantal besmettingen en overlijdens ten opzichte van het jaar voordien. De opgelegde maatregelen van de overheid om het virus in te dammen lokten veel kritiek uit van verschillende mensenrechtenorganisaties, die de autoriteiten beschuldigen het virus als voorwendsel voor een meer autoritair optreden te gebruiken. Alle ordediensten en groeperingen verbonden aan de staat, zoals de colectivos, profiteerden van de opgelegde noodtoestand. De grenzen van het land werden in maart 2020 gesloten en dit is eind april 2021 nog steeds het geval.
Naarmate de chaos en politieke crisis in Venezuela steeds groter wordt, sijpelt de macht verder weg uit de traditionele staatsinstellingen en het machtsvacuüm dat hierdoor ontstaat wordt opgevuld door een grote variëteit aan gewapende groeperingen. We hebben gezien in het hoofdstuk met betrekking tot de veiligheidssituatie dat Venezuela een zeer hoog cijfer van overlijdens kent als gevolg van geweld. Hiermee is het een van de meest gewelddadige landen ter wereld. Venezuela kent zowel bendegeweld, waarbij de zogenaamde megabandas als Tren de Aragua in 2020 verder konden uitbreiden, als geweld veroorzaakt door de aanwezigheid van diverse rebellengroeperingen en enkele paramilitaire groeperingen uit het naburige Colombia. Analyse toont aan dat zij tot diep in het land een aanwezigheid hebben en sommige analisten gaan zover door te stellen dat we het Colombiaanse ELN ondertussen een Venezolaanse-Colombiaanse rebellengroepering kunnen noemen. Bepaalde gebieden staan meer bloot aan het geweld van deze groeperingen dan andere. De zuidelijke staten worden geplaagd door een hevige strijd tussen allerhande criminele en rebellengroeperingen die elkaar bestrijden voor controle over de mijnen in het Orinoco mijngebied. Ook de Venezolaanse staat is betrokken bij de illegale goudhandel en heeft hier financieel gewin bij. De lokale bevolking, maar ook arme Venezolanen die naar hier afzakken op zoek naar werk, lijden hier sterk onder. De groeperingen persen ook geld af van bewoners bij vrijwel elk type van economische activiteit die ze proberen uit te voeren. Ook de grensstaten met buurland Colombia kennen een grotere aanwezigheid van criminele- en rebellengroeperingen. Zij worden hier onder andere aangetrokken door de meer dan 500 illegale grensovergangen waar zij zich bezighouden met afpersing, mensensmokkel en ontvoeringen. Het recente gewapende conflict in de staat Apure van maart-april 2021, tussen de Venezolaanse staat en het Tiende FARC-Front, waardoor bijna 7000 Venezolanen naar Colombia vluchtten, toont opnieuw de risico’s van de aanwezigheid van deze groeperingen aan. Tot slot kende 2020 ook een zeer hoog aantal overlijdens door toedoen van politiegeweld. Voor de eerste maal documenteerde de OVV meer doden door buitengerechtelijke executies, dan door moorden. Vooral de speciale ordedienst, de FAES, draagt hiervoor een grote verantwoordelijkheid.
Voor het zevende jaar op rij bevindt Venezuela zich ook in een zware socio-economische crisis. Zware economische sancties, dalende olieproductie, hyperinflatie en een inkrimping van de economie jaar na jaar, maken dat de armere Venezolaan niet of amper in zijn basisbehoeften kan voorzien. Doorheen 2019-2020 voltrok zich een de facto dollarisatie in het land. Mede hierdoor en door een versoepeling van de controles op de import konden de rijkere Venezolanen zich opnieuw luxegoederen veroorloven. Maar voor de mensen die geen toegang hebben tot dollars blijft de situatie ongewijzigd. Uit onderzoek van het Wereldvoedselprogramma blijkt dat een op de drie Venezolanen te maken heeft met voedselonzekerheid en nood heeft aan bijstand, waarvan 7,9 % ( zo’n 2,3 miljoen personen) ernstige voedselonzekerheid ondervindt. Ook de toegang tot stromend water en elektriciteit is vaak niet gegarandeerd. Ziekenhuizen kampen met ernstige tekorten aan medicijnen en infrastructuur en veel ziekenhuizen buiten Caracas hebben maar twee dagen per week stromend water. Ook het onderwijs wordt sterk geraakt door de economische crisis. Veel onderwijzend personeel is naar het buitenland gevlucht en er is een groot gebrek aan infrastructuur. Sinds april 2020 kampt het land ook met zeer ernstige benzinetekorten waardoor mensen zich moeilijk kunnen verplaatsen maar ook het voedsel niet meer raakt getransporteerd. De coronacrisis en de opgelegde maatregelen ter bestrijding van de pandemie doen het risico op een humanitaire ramp verder toenemen.
Begin 2021 hebben meer dan vijf miljoen Venezolanen hun land verlaten, waarbij de overgrote meerderheid wordt opgevangen in de regio, met Colombia als koploper. Op 1 maart 2021 ondertekende de Colombiaanse president Iván Duque een decreet om een tijdelijke beschermingsstatus te verstrekken aan Venezolanen in het land. Omwille van de afgekondigde maatregelen in de buurlanden ter bestrijding van het coronavirus, ontstond in 2020 een terugkeerbeweging van Venezolanen die omwille van hun penibele situatie in de buurlanden probeerden terug te keren naar Venezuela, hoewel de situatie hier geenszins verbeterd was. De terugkeerders kregen te maken met stigmatisatie en werden verplicht enkele weken in opvangcentra geplaatst. Mensenrechtenorganisaties kaarten aan dat de situatie in deze centra zowel wat betreft de hygiëne als op menselijk vlak sterk ondermaats was.
Policy
The policy implemented by the Commissioner General is based on a thorough analysis of accurate and up-to-date information on the general situation in the country of origin. This information is collated in a professional manner from various, objective sources, including the EASO, the UNHCR, relevant international human rights organisations, non-governmental organisations, professional literature and coverage in the media. When determining policy, the Commissioner General does not only examine the COI Focuses written by Cedoca and published on this website, as these deal with just one aspect of the general situation in the country of origin. The fact that a COI Focus could be out-of-date does not mean that the policy that is being implemented by the Commissioner General is no longer up-to-date.
When assessing an application for asylum, the Commissioner General not only considers the actual situation in the country of origin at the moment of decision-making, he also takes into account the individual situation and personal circumstances of the applicant for international protection. Every asylum application is examined individually. An applicant must comprehensively demonstrate that he has a well-founded fear of persecution or that there is a clear personal risk of serious harm. He cannot, therefore, simply refer back to the general conditions in his country, but must also present concrete, credible and personal facts.
There is no policy paper for this country available on the website.