Asielstatistieken: overzicht 2022

AANTAL VERZOEKEN

In 2022 dienden 36.871 personen een verzoek om internationale bescherming in bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Hiertoe behoren 78 personen die in België zijn toegekomen in het kader van hervestiging.

Dit aantal ligt heel wat hoger dan in 2021, toen 25.971 personen een verzoek indienden. Het betreft een stijging van 42%.  In 2021 was er in de tweede helft van het jaar al een stijging vastgesteld. Die tendens heeft zich verder gezet, met een zeer hoog aantal verzoekers in de zomer en het najaar 2022.

In 2022 werden gemiddeld 3.073 verzoekers per maand geregistreerd, tegen 2.164 in 2021. In de maanden september en oktober werden zelfs meer dan 4.000 verzoekers geregistreerd. Het was van het najaar 2015 geleden dat nog zoveel personen een verzoek indienden.

Een gelijkaardig fenomeen wordt vastgesteld in verscheidene landen van de EU. Dit heeft te maken met een toename van de migratie naar de EU en een sterke secundaire migratie binnen Europa. België behoort duidelijk tot de groep van lidstaten met relatief gezien – in verhouding tot de bevolking – het hoogst aantal verzoeken. Andere lidstaten die ook te kampen hebben met een relatief hoog aantal verzoeken zijn Oostenrijk, Nederland, Zwitserland, Luxemburg en Griekenland. Het is opvallend dat het aantal verzoeken in de Scandinavische landen zeer laag blijft.

België is duidelijk een belangrijk bestemmingsland geworden. Dit heeft te maken met een reeks factoren, waaronder zowel netwerkfactoren (verbonden met de organisatie van migratie) als pullfactoren (verbonden met de situatie in België). Het kan dan gaan om factoren verbonden met het asielsysteem (de organisatie van de opvang of de behandeling van de verzoeken), maar even goed om aspecten die vreemd zijn aan het asielsysteem zoals de socio-economische situatie in vergelijking met andere lidstaten, de mogelijkheid tot (illegale) tewerkstelling, … .

In 2022 waren 70,6% procent van de verzoekers mannen t.o.v. 29,4% vrouwen. Voor bepaalde landen zoals Afghanistan ligt het aandeel mannelijke verzoekers nog een pak hoger (93,2%).

In 2022 waren de belangrijkste herkomstlanden van verzoekers om internationale bescherming Afghanistan, Syrië, Palestina, Burundi en Eritrea.

In 2022 dienden 4.652 personen een volgend verzoek om internationale bescherming in. Procentueel is het aandeel van de volgende verzoeken t.o.v. het totaal aantal verzoeken gedaald in vergelijking met het jaar voordien (12,6% in 2022 t.o.v. 20,9% in 2021). Dit is voornamelijk te wijten aan de sterke stijging van het aantal eerste verzoeken. Voor bepaalde landen uit de top-20 zoals Iran (38,1%) en Irak (45,1%) blijft het aandeel volgende verzoeken opvallend hoog.

In 2022 registreerde de DVZ 3.853 verzoekers om internationale bescherming die verklaarden niet-begeleide minderjarige vreemdeling te zijn. Dat zijn er 19,7% meer dan in 2021. Na onderzoek door de dienst Voogdij werden voorlopig 2.394 personen onder hen als effectief minderjarig beschouwd. Nog niet alle onderzoeken werden afgerond. Van de verzoekers om internationale bescherming die verklaarden niet-begeleide minderjarige vreemdeling te zijn is 93,8% jongen en 63,7% onder hen is van de Afghaanse nationaliteit.

AANTAL BESLISSINGEN

In 2022 nam het CGVS 20.514 beslissingen voor 25.066 personen. Dit is een stijging met 10,8% ten opzichte van vorig jaar.

In 2022 was het CGVS in 43% van de eindbeslissingen van oordeel dat de verzoeker daadwerkelijk bescherming nodig had. De beschermingsgraad was daarmee quasi even hoog als het jaar voordien (43% t.o.v. 43,5%). Het gaat in totaal om 8.464 beslissingen tot toekenning van een beschermingsstatus, voor 11.061 personen.

41,1% van de deze beslissingen waren beslissingen tot erkenning van de vluchtelingenstatus en 1,9% waren beslissingen tot toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus.

Het hoogste aantal statussen van erkend vluchteling werd in 2022 toegekend aan Syriërs (2.499), Afghanen (2.467), Eritreeërs (1.357) en Palestijnen (760). Het hoogste aantal statussen van subsidiaire bescherming werd in 2022 toegekend aan Jemenieten (133), Somaliërs (130), Syriërs (37) en Palestijnen (23).

Het aantal niet-ontvankelijkheidsbeslissingen (het betreft hier hoofdzakelijk volgende verzoeken en verzoeken van personen die reeds een beschermingsstatus in een andere EU-lidstaat verkregen) daalde ten opzichte van vorig jaar, al blijft hun aandeel hoog. Hun aandeel bedroeg in 2022 17,9% t.o.v. alle beslissingen. In 2021 was dit nog 23,8%. Deze dossiers dienen prioritair te worden behandeld. Wanneer we de niet-ontvankelijkheidsbeslissingen buiten beschouwing zouden laten, bedraagt de beschermingsgraad 52,8%.

Dit verschil komt nog duidelijker tot uiting als we de beschermingsgraad van een aantal landen nader bekijken.

Voor Afghanistan, Syrië en Palestina bedraagt de beschermingsgraad respectievelijk 37,8%, 84,6% en 50,4%. Maar voor de beslissingen ten gronde (zonder de beslissingen van niet-ontvankelijkheid mee te tellen) zijn deze respectievelijk 45,5%,  96,1% en 74,9%.

WEGWERKEN VAN DE ACHTERSTAND

De werkvoorraad is in 2022 licht toegenomen (16.415 dossiers t.o.v. 15.685 dossiers). Die zou sterker toegenomen zijn, mocht de doorstroming van dossiers vanuit de DVZ in verhouding tot de stijging van het aantal verzoeken zijn toegenomen.

Het CGVS vindt het uiterst belangrijk dat alle verzoekers een beslissing binnen korte tijd ontvangen.

Dirk Van den Bulck (commissaris-generaal) is dan ook duidelijk over het wegwerken van de achterstand: “Wij zullen met zijn allen op het CGVS verder al het mogelijke doen om de achterstand weg te werken om zo opnieuw te komen tot de situatie waarbij alle verzoekers binnen korte tijd een beslissing ontvangen. Dit is even belangrijk als het nemen van de juiste beslissing, zijnde het geven van een status van internationale bescherming aan al diegenen die bescherming nodig hebben.”

Het CGVS heeft in 2022 sterk ingezet op bijzondere acties teneinde het aantal beslissing te verhogen. Zo is het aantal beslissingen in de periode september-december 2022 met 25 % toegenomen in vergelijking met het aantal beslissingen in dezelfde periode in 2021.

Het CGVS heeft ook verder geïnvesteerd in de werving van nieuwe medewerkers. Er werden verscheidene selecties georganiseerd. In december 2022 en januari 2023 zijn er zo 85 personen in dienst getreden. In aansluiting op de toekenning van een extra budget door de ministerraad op 9 december 2022 zal er een bijkomende selectie georganiseerd worden. De indiensttreding van nog extra medewerkers (van diverse profielen) is voorzien voor april-mei 2023.

Naast bijkomende acties gericht op het verhogen van de efficiëntie van de behandeling zullen die bijkomende wervingen leiden tot een sterke verhoging van het aantal beslissingen in 2023.

De commissaris-generaal hierover: “Binnen zeer korte tijd is een kentering te verwachten, in de zin dat de output van het CGVS opnieuw hoger zal liggen dan de input. Het zal dan een kwestie zijn de achterstand weg te werken. Het CGVS beoogt de achterstand weg te werken over een periode van 2 à 3 jaar. Dit zal afhankelijk zijn van de evolutie van het aantal verzoeken om internationale bescherming.”

18 januari 2023

Informatie over de asielprocedure op maat van de asielzoeker, vindt u op : asyluminbelgium.be.